10 april 2005

De paradox van ... andere koffie

andere koffieOma parkeert haar invalidenwagentje voor de deur bij haar vriendin die haar aan het raam al verwelkomt. Waren het vroeger van die aangeklede brommertjes, tegenwoordig zijn dat miniautootjes die net zo trendgevoelig zijn als het nieuwste type mini-msupv van elk gerespecteerd automerk.

Je voelt al aankomen waar het naar toe gaat; de oma's van vandaag zijn die van vroeger niet meer. Nog heel even wordt de schijn opgehouden. In het grijze interieur is droefheid troef. Je hoort de lepeltjes veel te lang krassen tegen het porselein van de kopjes. De twee dametjes zitten zwijgend tegenover elkaar, kijkend naar de geraniums. Maar na de eerste slok koffie komen de tongen los.
Met het taalgebruik van een Ali B. zet oma de belevenissen van de week op rap. ff chillen dus.

Douwe Egberts levert met deze reclame inderdaad andere koffie. Wanneer je het gevoelsaspect van 'lekker thuiskomen bij een bak koffie' combineert met het taalgebruik van een concurrerend drankje, de breezer, heb je reclame die aandacht vraagt en krijgt. Het reclamebureau van DE werkt dus volgens de succesformule van de paradox; Men neme twee tegenstellingen [oma's achter de geraniums vs. brommerjeugd op hangplek] met de bijbehorende eigenschappen [koffiegeleuter vs. breezertalk]. Brommerjeugd met breezertalk is de realiteit. Wanneer de eigenschappen van die brommerjeugdnu nu als in een schaarbeweging worden verdraaid naar de oma's achter de geraniums, verander je realiteit in reclame.

Succes! met de commercial waarin de brommerjeugd zit te koffieleuteren.